Het is oudjaarsdag, 2022. De mussen vallen van het dak, niet in de laatste plaats door de bijzonder hoge temperaturen (we schrijven 16 graden om 21.35 uur). Een vreemde gewaarwording, om in winterjas de straat op te gaan om hondlief nog een laatste plasje van dit jaar te laten doen, maar een warme föhn door je haren te voelen blazen. Al zwiepzwaaiend over straat (kenmerkend voor hoe onze wandelingen eruit zien, als met een dronkemans-loopje van de ene straathoek naar de andere zwierend) scan ik de donkere straat. Dochterlief rent rondjes met een dartel dier aan haar lijn en gelukkig komen we zonder een spoor van kruit, kleerscheuren of andere narigheid weer veilig onze tuin binnen. Want die mussen, die hadden – of eigenlijk hebben – het zwaar vandaag. En niet alleen zij; de een na de andere bom doet de grond onder onze voeten trillen, laat onze trommelvliezen klapperen en jaagt mijn hart een paar keer mijn borstkas uit. De hond van de buren ligt al twee dagen trillend in haar mandje. Van de keur aan baasjes die ik op zo’n dag tegenkom hoor ik taferelen van hond hele dag in wc, hond beneveld met cbd en hond compleet onder zeil met slaapmiddel. Het moet niet maller worden. En dan heb ik het niet over de hondenbaasjes…. (ook al is dat heus bijzonder volk en bij tijd en wijle bijzonder mal).

Ik was vandaag stiekem dus heel erg blij met de regen die als in een film via tuinslangen de hemel werd uitgespoten. Een bui betekende stilte, want geen enkele zichzelf respecterende munitie-werper gaat voor de lol nat staan worden met een lontje in zijn hand en een plastic bril op zijn neus. Die hij (of zij, vooruit) hoogstwaarschijnlijk niet eens gebruikt/draagt bedenk ik me terwijl ik dit schrijf. Anyway, ik vond die natte bende dus niet zo’n punt. Met mijn koekblikje om mij heen kwam ik keurig droog aan bij het verzorgingshuis waar de bewoners op mijn voorleeskunsten zaten te wachten. Of niet, want al deze lieve mensen hebben het flink te stellen met hun bovenkamer. Niettemin werd het een heerlijk uurtje. We zonken terug in de tijd. De tijd van bruine bonensoep, van kinderen die door moeders voor een krop sla naar de volkstuin werden gestuurd. De tijd van bezems en meer van dat soort stekkerloze hulpmiddelen. De tijd van roodborstjes die tegen ramen tikken en de Elfstedentocht rijden in heel gewone kleding, maar net niet meer op Friese doorlopers. Ik werd meegenomen naar bijna honderd jaar terug en hing aan de lippen van de steeds enthousiaster vertellende bewoners, mijn boeken naar de achtergrond geschoven. Ik werd met applaus bedankt voor mijn activiteit, maar eerlijk gezegd weet ik niet wie er meer genoten heeft!

En hier zit ik dan, inmiddels is het 22.08 uur en beginnen mijn oogleden wat te zakken en mijn typkunst wat te haperen. Slapend het nieuwe jaar inglijden zit er vermoedelijk niet in, gezien het enthousiasme waarmee de vuurwerkliefhebber zich dit jaar naar de winkel heeft begeven. Ik zal de enige niet zijn die het prachtig vind om naar te kijken, maar voor wie een vuurwerkverbod toch de voorkeur heeft. Als we het hebben over klimaat, vervuiling, energie, gezondheid, (dieren)welzijn, bezinning, bezuiniging, dan moet de keuze niet zo moeilijk zijn lijkt me. Heb een fijne jaarwisseling en tot in het nieuwe jaar!
