Met het vorderen van het alfabet ondervind ik de nodige obstakels als het op deze stukjes aankomt. Hetzelfde euvel doet zich voor als dochterlief en ik onderweg ons favoriete autospelletje spelen; zinnen maken op volgorde van het alfabet. Tijdens ons ritje naar de paarden hoor je gerust het volgende: ‘Als bananen cola drinken, eten fruitvliegjes ganache’. Of ‘Acht blauwe clowns dartelen erg fier’. Die eerste zinnen gaan ons gemakkelijk af, net als het vervolg; ‘Hotels in Jutland koken langdurig met natte oude pannenlappen’. Of wat dacht je van ‘Gelukkig hebben inspirerende jurken kale lichtgevende manchetten naast openhangende panty’s’. Het is soms oppassen dat we de afslag niet missen, zo fanatiek gaan we op in onze eigen woordvindkunst. Heerlijk. Maar ja, dan komt daar de Q. Standaard volgt daarop mijn – zeer valse – ‘Q, en Q, quhuuhuu, Q en Q’. Dat is één keer grappig, misschien twee, maar dan kan ik er zelf ook niet meer om gniffelen. Volgens vast recept schakelen we dan door naar heel veel quasi grappige zinsneden; ‘Quasi roestige strijkijzers tikken uren verder’. Of ‘Quasi ruziënde stratenmakers trekken uiensoep van wratten’. Een enkele keer komt Quint langs, of een quintet of quartzhorloge. Bij heel hoge uitzondering en grote helderheid in de bovenkamer zou je quotum kunnen horen vallen. Maar reken er maar niet op.
Tot dusver obstakel 1, dat gelukkig met groot gemak gevolgd wordt door rete strakke tekst uit vrije woorden. Maar dan dienen obstakels 2, 3 en 4 zich onverbiddelijk aan! We ploeteren wat af om van XYZ meer dan chocoladeletters te maken. Xenos? Xandra? Inspiratieloos – of eigenlijk, woordenarm – stokt ons spel. Ziehier dus ook mijn geworstel op deze plek. Bijna drie maanden lang zat ik op slot, mijn brein zo vast als een hamer in beton, geen beweging in te krijgen. Komt tijd, komt raad zegt men toch? Ach, het is toch elke keer weer waar. Al is het maar omdat hier doorgaans Sky Radio aanstaat en daar vanzelf de hints richting een bepaald seizoen langskomen. En anders is het wel dochterlief die tussen neus en lippen door vraagt het tijd is om Love Actually te kijken. En mocht het kwartje dan nog steeds niet gevallen zijn, hoef ik me maar naar een willekeurige winkel te begeven en er is geen houden meer aan; HET IS BIJNA KERST!!! Hè hè, het hoge woord is eruit, de X is gered.

De hoogste tijd om weer gewoon te gaan doen en te schrijven over wat me echt bezighoudt. Zo bezocht ik tijdens het ‘kado-uurtje’ van de eerste wintertijddag de tentoonstelling De nieuwe vrouw in Singer Laren. En wat een kado was dat uitstapje in al haar facetten; in de zon door een schitterend landschap rijden, als een van de eerste bezoekers naar binnen, in stilte dwalend langs prachtig, indringend, uitdagend en puur vrouwelijk schoon. Vooral het zelfportret van Ina van Zyl zoog me naar binnen. Het was alsof ik recht in haar ziel keek. Weglopend van het schilderij voelde het alsof ik via een onzichtbaar koord met haar verbonden bleef. Dat gevoel ken ik inmiddels wel; het is mijn kompas, mijn richtingaanwijzer, mijn leidraad, mijn ‘volg je gevoel’-gevoel. Dat betekende voor de rest van de tentoonstelling helaas dat ik er niet zoveel oog meer voor had, niet echt oprechte belangstelling meer voor op kon brengen. Maar is dat erg? Wat mij betreft niet. Kunst is er in zoveel soorten en maten en wat je raakt raakt je, punt.
Dat heerlijke onderbuikgevoel van geraakt en daarmee ook geïnspireerd zijn, reed met me mee naar huis en bleef de rest van de dag bij me. Het resulteerde in een heerlijke dag waarvan ik er de laatste maanden nog niet zoveel had gehad. De grote stofwolk waarin ik in de zomer terechtkwam, lijkt voor een groot deel neergedaald. Ik zie de schitteringen niet alleen weer, ik voel ze nu ook. Ik creëer ze, ik proef ze, ik bewonder ze. Want de echt magische kunstenares hier in Huize Van Vliet is dochterlief.


