Het duurt nu al een tijdje. De ruimte tussen de vorige post en deze wordt steeds groter. Er borrelt maar heel weinig omhoog dat graag gehoord, gezien en gelezen wil worden. Ik sla wat putjes om te onderzoeken waar de stroom zich bevindt, maar mijn handen blijven droog, mijn geest blijft stil. Ik richt me op de dagelijkse dingen, erop vertrouwend dat wat er leeft in mij zich vanzelf laat zien. Helemaal zonder spanning gaat dat niet, want de tijd leert me dat dit een soort stilte voor de storm is. De tijd leert me echter ook dat mijn onderstromen niet meer tot vulkaanuitbarstingen of orkanen hoeven te leiden. Been there, done that, zeg ik glimlachend tegen mezelf.
Wat me nu dan ook met regelmaat meer bezighoudt dan mijn eigen onderstromen, zijn de uitingen op het wereldtoneel. Vulkaanuitbarstingen, bosbranden, overstromingen; de aarde heeft nogal wat ontlading nodig. En echt niet alleen van haar eigen natuurkrachten. Alles is immers één. Wat de natuur laat zien, is een weerspiegeling van wat er in de mensen leeft.
Wat zou het toch fijn zijn als we weer in rustiger vaarwater terecht komen, waarin we op wat golfjes kunnen deinen en slechts door die deining weer helder hebben: oh ja, zo kan het ook. Oh ja, zo kun je het ook zien. Of om met Gandhi te spreken:
In a gentle way you can shake the world
Waar ik voor dit blog langs allerlei thema’s ging als meningen, me/myself & I, monsters, manifestatie, motivatie, middelaarde, mysteries, MacBeth, Madonna en de melkweg, kwam ik uiteindelijk in het midden uit:
Moedige mooie mensen mogen meedoen
