Aan mijn middelbare schooltijd heb ik een – op zijn zachtst gezegd – merkwaardige overtuiging overgehouden. Tijdens een gesprek met een van de docenten, kregen mijn ouders de boodschap mee dat ik niet zoveel vragen moest stellen. Ik was vreselijk verbolgen toen ik ervan hoorde – ik stelde nauwelijks vragen (dat durfde ik namelijk helemaal niet), dus over wie ging deze opmerking? Wie had de docent in zijn gedachten en hoe kon het dat hij dit over mij dacht? Deze vragen uitspreken deed ik echter niet …

Wat een destructieve uitwerking deze overtuiging op mij heeft gehad, is me inmiddels helder. Ik, die doorgaans bomvol vragen zit – het leven hangt wat mij betreft van vragen aan elkaar – durfde ze niet meer te stellen. Maar vragen die eenmaal oppoppen, laten zich niet graag onbeantwoord. Het effect was een kluwen van ronddolende vragen, onuitgesproken, verbannen naar een soort Luilekkerland met aan de poort een groot bord ‘Verboden toegang! Niet betreden!’ Dat is niet per se erg waar het een vraag betreft als ‘waarom bestaan er twee ei’s/ij’s?’ Van het antwoord hangt geen levensgeluk af, geen richtingbepalende keuze en ook geen verandering van zelfbeeld. Lastiger wordt het als het vragen betreft over hoe een ander een bepaalde opmerking heeft bedoeld of hoe je als partners tegen opvoeding aankijkt. Dat soort vragen onbeantwoord laten, leidt tot een keur aan innerlijke monologen, waarbij je zelf zo slim denkt te zijn het antwoord van de ander wel even te weten. Spoiler; dat is niet zo.

Na jaren steeds verder van Luilekkerland af te zijn gedwaald, heb ik het pad terug ontdekt. Zonder het te weten heeft een grote meester, naamloos opgevoerd in het prachtige boek Hamnet, mij een duwtje in de juiste richting gegeven. Gedreven door een zielsverwantschap trouwt Shakespeare met de bijzondere Anne. Ze krijgen samen drie kinderen, van wie er één al jong overlijdt. Het huwelijk dreigt het verlies niet te kunnen dragen, mede omdat Shakespeare inmiddels al vele jaren in Londen woont en daar aan de weg timmert met zijn toneelstukken. Het opvoeren van hun dode zoon in Hamlet, doet een grootse woede in Anne ontsteken. Haar ongeloof over zoveel ongevoeligheid en onverschilligheid keert wanneer ze doorheeft dat het stuk juist een eerbetoon is aan hun geliefde Hamnet. De beroemdste quote uit het stuk gaat in principe over kiezen voor een leven vol lijden of verglijden in de dood. Voor mij staat het juist voor iets anders: zijn – met heel je wezen, al je talenten en tekortkomingen, lerend, ervarend, vallend en opstaand, maar authentiek en trouw aan jezelf, net als Shakespeare zelf – tegenover niet zijn, en maar doen wat je denkt dat hoort en zijn wie je denkt te moeten zijn. Voor mij is het geen vraag meer.

Hoi Mirjam
Mooi stuk.
Hebben we in onze onderwijscarriere teveel nadruk gelegd op het antwoord en daarmee de vraag verwaarloosd?
Een andere quote uit Hamlet geeft mij veel inspiratie: Bereid zijn is alles, de rest is stilte.
Blijf schrijven.
Groet
Peter Thissen
LikeLike
Hi Peter,
Als ik voor mezelf spreek, heb ik me – vrees ik – vaak op laten jagen door toetsen, doelen en stof die doorgewerkt moest. Aan de andere kant heb ik ook op meerdere scholen gewerkt waar de vraag juist enorm centraal stond en er veel aandacht was voor onderzoekend, ontdekkend en ervarend leren. In het algemeen is dat helaas nog geen gewoonte in het onderwijs, kijk ook maar naar de huidige tijd; er wordt nu al gesproken over achterstanden en het wegwerken daarvan. Maar is dat wat nodig is? Of hebben kinderen meer behoefte en nood aan bewegen, muziek, cultuur, samen zijn en creëren?
LikeLike